babydragen bij lichamelijke klachten

Geschatte leestijd: 3 minuten

Als je last hebt van bijv. je rug of je bekken, denk je misschien dat dragen niet goed mogelijk is. Maar als je erover nadenkt, kom je er waarschijnlijk achter dat je je kindje nu al regelmatig draagt. Het dragen met steun van een draagdoek of draagzak geeft een betere spreiding van het gewicht en kan je rug, nek, schouders en bekken ontlasten. Kortom: je baby dragen in een babydrager is lichter dan los op de arm!

Als je lichamelijke klachten hebt, is het wel extra belangrijk goed te letten op je houding en de juiste drager aan te schaffen. Een persoonlijk advies is vaak op zijn plaats, zeker als de klachten ernstig zijn. Hieronder enkele tips. Mocht je juist klachten krijgen door het gebruik van de drager, neem deze dan heel serieus. De tips hieronder kunnen nuttig zijn, en als dat niet afdoende is, kom dan zeker langs voor een persoonlijk advies. Soms is de drager niet goed voor je, soms gebruik je hem verkeerd, soms moet je het dragen (tijdelijk) wat minderen.

Algemene tips: Let goed op je houding: buig je knieën iets, je rug licht hol. Draag de baby hoog en strak tegen je lichaam: de vuistregel is kontje op of (ruim) boven je navel. Jonge baby’s kun je een kusje op het hoofdje geven, grote peuters komen nog hoger uit. Leer rugdragen, want dat is bij de meeste klachten veel prettiger! Als je je baby op de heup draagt, houd dan je bovenlichaam recht: let goed op dat je niet de andere kant op gaat leunen. Als je een doek hebt over één schouder, wissel dan regelmatig van schouder, bijvoorbeeld na iedere voeding. Let verder goed op je houding bij bepaalde taken en neem klachten serieus. Bijvoorbeeld: de afwas met een kindje op je buik kan klachten geven in de bovenrug. Ga niet door, maar neem je kindje op je rug, of leg haar even weg.

Bekkeninstabiliteit na de bevalling komt veel voor. In de meest ernstige gevallen is dragen nauwelijks mogelijk, maar in de minder ernstige gevallen kun je met een goede draagdoek of draagzak een eind komen. Het dragen moet in ieder geval symmetrisch gebeuren, dus over beide schouders. Een brede sjaal of knoopdoek om het bekken gewikkeld is vaak prettig. Je kunt hiervoor de draagdoek goed gebruiken, ook al in de zwangerschap! Een wikkeldoek of een Manduca draagzak is vaak een goede keus. De Manduca heeft een brede heupband die het bekken ‘bij elkaar houdt’.  Als je een sling hebt (doek over één schouder) kun je er twee tegelijk gebruiken- over iedere schouder eentje. Doseer bij bekkenklachten het dragen zorgvuldig en blijf op je lichaam letten. Het is niet altijd te voorspellen hoe het dragen inwerkt op de klachten. Soms komen mensen bij mij met lichte klachten die de drager uiteindelijk weinig kunnen gebruiken. En soms komen mensen met zwaardere klachten die met de drager al snel hun kindje voor langere tijd kunnen dragen.

Bij rugklachten is het belangrijk niet hoog op de rug te dragen. Je kindje lager op de rug, in de holte van je taille is vaak wel prettig. Ook een sling ezee behoort vaak tot de mogelijkheden vanwege de brede spreiding over de rug en het prettige gevulde schouderkussen.

Schouderklachten kunnen met een goede drager makkelijk omzeild worden. Er bestaan nl. dragers die het gewicht over de borst en rug verdelen, en die geen banden over de schouders hebben (Afrikaanse wijze/ torsodrager). De kubeba is dan een goede keus. Een torsodrager is trouwens sowieso heel prettig bij huishoudelijke taken omdat het de armen zo vrij laat.

Heb jij ook last van deze of andere lichamelijke klachten, neem dan contact op voor een persoonlijk advies.

Een kubeba ontlast de nek en schouders